HANS LUIKEN (Nederland, °1947)

Na een lange 'hyperrealistische' periode, vaak vermengd met surrealistische elementen, is hij de laatste jaren vooral gefascineerd door de sfeer en structuren van vergane glorie: afgebladderde muren, verfrommeld papier, gedeukte zinkplaten en dergelijke weet hij vaak fotografisch treffend te schilderen, zodanig zelfs dat men soms de neiging heeft om te voelen of het verfrommelde papier nou wel of niet echt verfrommeld papier is, dan wel of het strak gespannen met acrylverf beschilderd doek is.

Soms ontdekt men in de geschilderde verweerde oppervlaktestructuren weer vaag een menselijk portret. Waarmee hij blijk geeft van zijn geloof in de kringloop en de continuïteit van het leven. Vooral de mens, meestal niet naar een concreet voorbeeld geschilderd, maar veeleer als een uit het geheugen ontstaan beeld van een menselijk wezen, als meest voor de hand liggende product van de natuur, en met name de uitdrukking van het menselijk gelaat is een thema dat in het oeuvre van Hans Luiken regelmatig terugkeert.